Slapen doen ze nog steeds, ondanks de indrukwekkende ervaringen in Haïti. Zwaar vermoeid kwamen de zes Leidse brandweermannen terug van hun reddingsactie in het door een aardbeving verwoeste land. Zij maakten ruim een week deel uit van het USAR-team. “Het duurt een hele tijd voordat je het script van deze film snapt”, zegt Cees de Bruijn (56) van brandweerkorps Hollands Midden.
De USAR selecteerde vijf mannen en één vrouw van de Leidse brandweer. Voor De Bruijn is de motivatie om mee te doen heel simpel. “Het is een verlengstuk van je dagelijkse werk bij de brandweer. Als je een nieuwe uitdaging aan wilt gaan, dan is dit een mooie optie.” De groep reisde af naar de Haïtiaanse hoofdstad Port-au-Prince om overlevenden onder het puin te halen.
De Leidse brandweermannen hebben drie mensen kunnen redden. De bevolking speelde daar een grote rol in. Als zij met informatie over mogelijke overlevenden kwamen, werden de speurhonden ingezet. Die maakten naar het reddingsteam duidelijk wanneer er nog overlevenden onder de brokstukken lagen. “Als zij een positieve reactie geven, dan gaan we verder zoeken.”
“Als de honden geen reactie geven, dan moeten we door naar het volgende pand. Hoe erg het ook is.” Het team maakte aan de bevolking duidelijk maken dat ze op dat moment niemand kunnen bergen, omdat zij in eerste instantie overlevenden moesten vinden. “Ons doel is om te redden”, zo vat De Bruijn de missie samen.
Nadat hun sector volledig was uitgekamd, kon er een begin worden gemaakt met de berging van de lijken. “De lichamen die er lagen, hebben we op een nettere manier een plek kunnen geven. Die waren geïmproviseerd ingepakt met plastic en ze lagen in de zon. We hebben ze netjes in lakens verpakt en in de schaduw gelegd.”
De brandweerman legt uit dat hij de eerste uren na aankomst geschokt was door de vele lijken. Toch wende dit al snel. “Overal liggen ze. Het is zo bizar veel. Niet dat dat gewoon wordt, maar op een gegeven moment schakel je dat gewoon uit.”
Het team heeft volgens De Buijn goed werk verricht in Haïti. Ondanks dat er bewaking met het team mee moest, hebben ze de bevolking voldoende ondersteund. “Je weet dat je mensen helpt met alles wat je doet. Wat wij daar hebben achtergelaten, daar gaan anderen weer mee verder.”
“De meeste mensen zullen er eerder van weglopen dan er naartoe gaan. Het is niet echt aantrekkelijk werk. Maar het geeft ons zoveel voldoening. Wij zijn er hartstikke blij mee dat we dat kunnen doen.”
De Bruijn is tevreden met het resultaat dat de Leidse brandweermannen hebben geboekt. “Wij hebben het maximale uit het team gehaald.”