In de Leidse thuiszorg woedt een hevige discussie over prijsconcurrentie.Thuiszorgaanbieders geven aan dat er een ongezonde marktsituatie ontstaat door hoge prijskortingen en klanten die een andere thuiszorghulp ontvangen. Wethouder Gerda van den Berg ontkent dat er een probleem is. “Het overgrote merendeel van de mensen dat andere hulp over de vloer krijgt, zegt na een paar weken dat die aanbieder net zo goed is.”
Ouderen en gehandicapten die recht hebben op thuiszorg, moeten zich melden bij de gemeente. Die bepaalt vervolgens welke organisatie die klant mag helpen. De aanvragers van thuiszorg worden anoniem op een website geplaatst. In Leiden zijn er vijftien organisaties die mogen meedingen naar deze klanten. Een puntensysteem bepaalt welke organisatie bij de klant terecht komt. Hierin worden voorkeur, tevredenheid, snelheid van levering en prijskorting meegerekend. Sinds 1 januari mogen schoonmaakbedrijven meedoen in dit systeem.
Deze nieuwe thuiszorgaanbieders stunten voornamelijk met de prijzen, omdat hier het grootste verschil wordt gemaakt. “Wij zijn een nieuw bedrijf, dus wij hebben nog geen score voor tevredenheid. Wij moeten zorgen dat wij qua korting punten verzamelen”, zegt Jeroen Plasmeijer, directeur van schoonmaakbedrijf Groenoord Cleaning Services.
De Leidse thuiszorgsector is van mening dat er een onhoudbare situatie is ontstaat. “Wij zien tarieven waarbij wij ons afvragen hoe lang deze situatie standhoudt”, aldus een woordvoerder van CSU Cleaning Services. Frits van Oosten, directeur van thuiszorginstelling Libertas, is van mening dat bedrijven die hoge kortingen geven de markt ‘verpesten’. Zijn vermoeden is dat de concurrentie een lagere prijs kan aanbieden door laaggeschoold, onvolwassen en slechtbetaald personeel in te zetten.
Volgens de wethouder is er geen maximum aan prijskorting vastgesteld. Thuiszorgaanbieders hebben hierdoor alle ruimte om met hun prijzen te stunten, zolang ze zich maar aan de gemeentelijke afspraken over kwaliteit en CAO-loon houden. “Vorig jaar werden er kortingen van 12 procent gegeven, dit jaar wordt er tot 15 procent geboden”, aldus Van den Berg.
Zij merkt niet dat de kwaliteit van de thuiszorg hierdoor in het geding komt. De gemeente houdt elke maand een steekproef die het puntenaantal voor de tevredenheid bepaalt. “Vorig jaar waren er een paar nieuwe aanbieders in de regio. Dat waren van oorsprong schoonmaakbedrijven, en zij halen keurige cijfers.”
Mochten er bedrijven zijn waar de kwaliteit in het geding komt, dan zijn er volgens Van den Berg voldoende middelen om de gemeente in te schakelen. “De belangrijkste kwaliteitscontroleurs zijn de klanten. Als zij klachten hebben, dan moeten zij zich bij de aanbieder melden.” Als die geen gehoor geeft, grijpt de gemeente in. “Bij de meest kwetsbare mensen komt iedere dag iemand langs, bijvoorbeeld om te wassen. Als die merkt dat het niet goed gaat, dan komt zo’n signaal ook bij ons door.”
Libertas-directeur Van Oosten is er nog steeds niet gerust op dat de thuiszorgmarkt zich herstelt naar een situatie zonder hoge prijskortingen. Hij ziet de toekomst van Libertas somber in als de concurrentie blijft stunten met de prijzen. “Als het zo doorgaat, dan moeten we binnen twee jaar ruim tweehonderd mensen wegsturen.”
De gemeente heeft enkel voordeel met dit thuiszorgsysteem. Er zijn minder wachtlijsten en kosten. Daarnaast moeten organisaties kostenefficiënt werken. Als Libertas in de problemen komt, ziet de wethouder geen ernstige gevolgen voor ouderen of gehandicapten ontstaan. “Het zou erg spijtig zin. Maar als Libertas die klanten niet meer kan bedienen, dan staan er nog veertien andere bedrijven klaar die het werk willen overnemen.”
DIT ARTIKEL IS GEPUBLICEERD OP LEIDENLOKAAL